zondag 12 september 2021

 

Hier is hij dan, mijn boek over de omgang met paarden: Op weg naar Paardnerschap ™.

Hier zitten vele jaren schrijfwerk, veel herschrijfwerk, veel denken, reflecteren en de ervaring in, die ik gedurende al de jaren het opgedaan met de paarden en in het leven. Zoals velen onder ons hebben we een leermeester gehad. Mijn belangrijkste leermeesters waren Barzani, onze Arabier en mijn nu 23 jarige Andalusiër Fuinur. Samen met hen heb ik vele uren doorgebracht. Verschillende methoden uit geprobeerd om uiteindelijk te komen tot een eigen benadering.  “Eigen” is misschien een beetje arrogant om te zeggen maar ik ben de methoden of de methode is “ik”. Het is niet iets dat nog los van mij staat.

Ik baseer mij voornamelijk op de manier waarop je in de wereld staan en dus ook hoe je daardoor gezien wordt door de paarden. Door alleen al je fysieke houding te wijzigen kan je zien hoe de paarden op een andere manier gaan reageren. Bestaat er een goede houding? Ja, dat is degene waarbij je de minste energie verbruikt (fysiek en mentaal).  Hoe bereik je die? Door naar de paarden te kijken, te luisteren en hen als paardners te zien.

Het boek kan besteld worden via:

- mijnbestseller.nl (link: https://www.mijnbestseller.nl/books/252670 )

- Bol.com

                                            Mogen de paarden je altijd leiden.

vrijdag 8 juni 2018


Bitloos rijden:

https://www.bitmagazine.nl/wetenschap/onderzoek-toont-dat-bitloos-rijden-beter-is-voor-je-paard/94004/

vrijdag 3 maart 2017

DE GOEDE REFLEX:


WWW.REFLECTIONS.BE


gewoon doen!

donderdag 16 februari 2017

Grondwerk ja of neen?

Uit mijn boek: Op weg naar paardnerschap van op de grond

Leren omgaan met paarden van op de grond

Wat verstaan we in feite onder grondwerk?
Onder grondwerk valt:
  1. Leren omgaan met paarden van op de grond: De focus ligt hier meer op het elkaar leren kennen en begrijpen, het naar elkaar leren luisteren, aandacht voor elkaar te hebben en elkaar leren vertrouwen. Dit kan aan de hand van oefeningen gebeuren maar de nadruk ligt niet zozeer op de uitvoering ervan op zich dan wel op het elkaar leren (aan)voelen. In dit gedeelte wordt er (meestal) met het paard in vrijheid gewerkt. Het leren omgaan met (je) paard(en) stopt nooit. Het is een proces zonder einde voor jezelf!
  2. Longeren: Is het paard laten lopen op de volte wanneer het (meestal) is vastgemaakt aan een longetouw. Longeren kan aan de enkele of dubbele lijn.
  3. Vrijheidsdressuur: is het aanleren van verschillende dressuur en andere bewegingen van op de grond. Dit kan gebeuren door toepassing van verschillende methoden.
  4. Zelfreflectie: het paard wordt als paardner gebruikt in het reflecteren over onszelf; binnen een groep mensen waar je mee werkt of een organisatie om zo tot groei of verandering te komen.

Waar het mij hier om gaat is zoals beschreven in punt 1: het leren omgaan met paarden van op de grond. Ook hier zullen velen de vraag stellen of het wel nodig is om dit soort grondwerk te doen omdat: “Hun paard niets verkeerd doet, braaf is, ze er geen problemen mee hebben, zij/hij luistert goed, enz...
Ik ben er mee akkoord dat je geen grondwerk moet doen als bijvoorbeeld je paard:

  • je ruimte niet ongevraagd inneemt, laat staan je omver duwt of nog erger, omver loopt,
  • rustig achter of naast je meeloopt,
  • onmiddellijk stopt wanneer jij dit doet,
  • aandachtig voor je is,
®    jou als referentiepunt ziet
  • wacht tot je het halsterkoord hebt losgemaakt om de wei in te gaan,
  • je naast je toelaat wanneer hij/zij aan het eten is,
  • jij aanvoelt wat er met het paard gebeurt,
  • je samen met het paard kan dansen,
®    je jezelf regelmatig in vraag stelt over wat je paard je spiegelt
  • enz…

Ik doe ook dingen samen met mijn paard vanop de grond om o.a. de volgende redenen:

  • om het paard zijn balans te laten vinden of behouden zonder het te belasten, wat zijn veiligheidsgevoel ten gunste komt. Het paard zal dit appreciëren en ons vlugger vertrouwen in verschillende omstandigheden. Door op de rug van een paard te gaan zitten brengen we het in ieder geval uit balans en voelt het zich minder (niet meer zo) veilig. Dit is zeker geen goede start van een relatie,
  • door met elkaar om te gaan vanop de grond kan ik van binnen naar buiten werken. We gaan ons, zoals in het vorige punt, meer richten op het innerlijk van onszelf en van het paard.
  • Via bepaalde studies kunnen we eventueel al werken aan de nodige spieropbouw zonder de rug of het ganse paard te belasten,
  • ik kan het paard laten zien en laten aanvoelen dat ik te vertrouwen ben,
  • het is een middel om op de goede manier kennis te maken met een paard,
  • om waardering van een paard te krijgen,
  • maar ook omgekeerd: ik leer het paard waarderen,
  • we kunnen het paard, paard laten zijn. Het paard moet er op kunnen vertrouwen dat het van mij mag reageren op een voor hem natuurlijke manier. Wil het bijvoorbeeld even enkele hevige rondjes in de piste maken om zich uit te leven of de stress kwijt te geraken, geen probleem, ik zit toch niet op zijn rug,
  • omdat het mijn gevoeligheid voor het paard ontwikkelt: ik leer naar het paard kijken en luisteren (idem omgekeerd)
  • om mezelf beter te leren kennen en in de omgang met paarden,
  • ook wel om een statement te maken, namelijk: laten zien dat ik het paard veiligheid bied en daardoor misschien wel een goede ‘leider’ ben. Dit samen met het vertrouwen in die leiderachtige persoon, geeft het paard de mogelijkheid om te ontspannen.
  • Om een voorsprong te hebben. Eens onder het zadel zijn aandacht en vertrouwen er al en is de taal die gesproken wordt herkenbaar.
®    Om het paard de mogelijkheid te geven om zich van mij te verwijderen.
®    Om niet altijd te moeten.
Voor mij dus redenen genoeg om eerst van op de grond met een paard bezig te zijn en dit ook te blijven doen.

Eén factor en volgens mij de belangrijkste in al wat we met paarden doen, is veiligheid en die is veel gemakkelijker te realiseren van op de grond. Een paard een veiligheidsgevoel (in al zijn aspecten) geven of laten bewaren moet altijd onze eerste zorg zijn. Als je naar de mentale veiligheid van het paard gaat kijken houdt dit o.a. in dat je wanneer je iets met een paard doet of het iets vraagt, je aandacht op het paard gericht moet zijn en op niets anders; dat je zijn geestelijke balans niet in gevaar brengt; dat het op ons kan vertrouwen en dat het mag reageren op zijn eigenste manier in zijn eigen taal; dat we begrip hebben voor zijn gevoel van zelfbehoud; dat het paard weet dat wij hem vertrouwen; dat wij richting geven; dat we het paard tijd geven om te leren; dat we vanuit ontspanning werken; dat we beseffen dat een paard iets doet omdat het denkt dat het zo moet en dat het dit met volle overgave doet; dat we begrijpen dat het paard angst kan hebben vanuit zijn gezichtpunt als prooidier.
Zorgen voor de fysieke veiligheid dat (hangt natuurlijk samen met de mentale veiligheid) is zien dat je werkt aan de goede spieropbouw van het paard, dat je rekening houdt met de bouw van het paard in functie van wat je wilt, dat houdt ook in dat je zorgt dat het paard recht(gericht) is, dat je zijn fysieke balans op geen enkele manier in gevaar brengt, dat je hem steun geeft in de fysieke uitvoering van bewegingen, enz…


Als je dit voor ogen houdt en beseft wat een impact veiligheid heeft voor het paard dan heb je al een zeer grote stap gezet in het begrijpen en omgaan met paarden. Door rekening te houden met dit veiligheidsgevoel zal er al een grote bereidwilligheid vanuit het paard ontstaan.

zondag 5 februari 2017

Aandacht

Enkele reflecties over aandacht en het “Nu”.

Het begrip aandacht dekt een grote lading en het is niet mijn bedoeling om hier zeer uitgebreid over uit te wijden. Toch is goede aandacht (of nog meer awareness) de sleutel tot vele dingen en een belangrijke vaardigheid wanneer je omgaat met paarden.
Ik wil via 2 voorbeelden of oefeningen en mede aan de hand van enkele uitspraken van Eckhart Tolle en inzichten van Tom Dorrance, enkele aspekten aanreiken van het begrip aandacht.

Ga rechtop staan en zorg dat je benen lichtjes gebogen zijn en dat je voeten iets breder uit elkaar staan dan schouderbreedte. Vraag nu aan een helper, die naast je staat, om druk uit te oefenen tegen je bovenarm. (Hij/zij duwt je dus opzij) De helper voert de druk op tot je uit je evenwicht gebracht wordt.

Doe nu hetzelfde opnieuw maar voor de helper druk uitoefent ga je eerst je ganse aandacht op je onderrug of ademhaling richten. (Of ik zou zeggen: kijk met een zacht oog naar je onderrug of je ademhaling.)
Eens je ontspanning voelt in je onderrug laat je de helper terug zijwaartse druk uitoefenen tegen je bovenarm. Opnieuw moet hij deze opvoeren tot je uit evenwicht gebracht wordt. Zelf blijf je jouw ganse aandacht richten op je onderrug of ademhaling.


Wat ik bij de eerste poging voelde is dat:
-          Ik veel spieren opgespannen had,
-          ik niet lang stand kon houden tegen de druk. (Je helper zal de vergelijking ook kunnen maken),
-          mijn aandacht gericht was op de plaats waar de druk was ofwel dat ik mijn aandacht buiten mij gelegd had en voornamelijk bij de persoon die tegen mijn bovenarm duwde,
-          Dat mijn frustratie met de seconde steeg omdat ik blijkbaar de kracht niet had om te blijven staan,
-          Dat mijn gedachten als zot tekeer gingen en dit alles leidde tot een nog meer gespannen lichaam.

 Bij de tweede poging was ik:
-          (Meer) ontspannen in mijn onderrug,
-          Kon ik langer standhouden tegen de druk (mijn helper moest (veel, in functie van de graad van ontspanning) meer druk/kracht gebruiken om mij uit evenwicht te brengen),
-          Was ik wel bewust van de druk maar bekeek ik deze als het ware van op een afstand. Omdat ik op dat moment de druk niet vasthield met mijn gedachten (dankzij mijn gerichte aandacht op de onderrug) was het mogelijk om de druk door mijn lichaam te laten vloeien om via mijn voet, aan de andere zijde van mijn lichaam, naar buiten te gaan,
-          ik was niet aan van alles en nog wat aan het denken,
-          mijn aandacht was bij mezelf,
-          ik voelde een zekere rust en vreugde,
-          ik voelde mijn lichaam en ik was daardoor bewuster en meer een geheel,
-          ik voelde mezelf beter in balans.

Je kan/mag je wel bewust zijn van de druk die je voelt maar je moet er niet vanalles bij gaan (be)denken. Laat je gedachtenstroom voor wat hij is. (= je houdt geen gedachten vast. Je ziet ze gewoon voorbijkomen.)
Eckhart Tolle schrijft in ‘De kracht van het nu’:
“ ... Niet kunnen ophouden met denken is een afschuwelijke kwelling, maar we beseffen dat niet omdat vrijwel iedereen eronder lijdt, met als gevolg dat we het als normaal beschouwen. Dit onophoudelijke mentale lawaai verhindert dat je het rijk van de stilte in je vindt dat onafscheidelijk is van ZIJN. Verlichting is een toestand van heel zijn, van bijeen zijn en dus van vrede. Eén met het leven in zijn gemanifesteerde aspect, de wereld, maar ook met je diepste zelf en het niet-gemanifesteerde leven – één met ZIJN...
 Verder schrijft hij:
” In plaats van de denker waar te nemen kun je de gedachtenstroom ook doorbreken door je gewoon volkomen te concentreren op het Nu. Word je gewoon intens bewust van het huidige moment. Oefening: was je handen en let op het gevoel van het water, de bewegingen van je handen, de geur van de zeep, enz..

Als in de oefening, je gedachten gefocust zijn op de druk of op de persoon die de druk uitoefent dan ben je eerder bezig met het tegenduwen en met het probleem en niet met het geheel of (mogelijke) oplossingen. In het eerste geval denk je dat tegendruk de oplossing is voor druk maar in de oefening moet je vaststellen dan dit niet (onmiddellijk) resulteert in ‘op de plaats kunnen blijven staan’. Je gedachten blijven botsen tegen de druk die je voelt en gaan naar de persoon die de druk aan het geven is (dus buiten je lichaam). Je raakt in paniek dat je het niet gaat halen, je raakt gefrustreerd. Je gedachten zijn zelfs al bezig met het opzij vallen. Ze gaan er al van uit dat dit zeker zal gebeuren. Ze kijken reeds naar de plaats waar je zult vallen om eventueel pijn te vermijden.

Men kan nu wel zeggen dat het duidelijk is dat je dit niet moet doen. Maar dat de oplossing eerder in het tegenovergestelde van druk ligt, namelijk ontspanning, dat is moeilijker te aanvaarden of in praktijk te brengen. Toch is het zo dat hoe meer je ontspant en jezelf daardoor (gedachtenloos) openstelt voor de druk hoe gemakkelijker de druk door je heen kan vloeien. Wanneer het bijvoorbeeld hard waait kan je o.a. het volgende proberen:
1.      je schrap zetten tegen de wind en terug duwen of
2.      niet terug duwen en je voorstellen dat je gaten in je lichaam hebt waardoor de wind kan waaien.
Ik kan in ieder geval bij de tweede manier gemakkelijker tegen wind in lopen dan in het eerste geval.
Je gedachten niet vasthouden, resulteert in het ‘Nu’ leven. Je gaat niet denken of bedenken wat of wie die duwende persoon is. Het heeft geen belang dat hij ooit een goede bankdrukker was of hij veel power training doet of wat dan ook. Je moet je ook niet bezig houden met wat er allemaal kan gebeuren als je niet kan standhouden tegen de druk. Het enige van belang is het ‘Nu’ en je bewustzijn van je omgeving. Het in het ‘Nu’ leven is zeker geen slaperige of dromerige beleving van de werkelijkheid maar een bewust, zeer alert en met veel gevoel “Zijn”. Je bent je natuurlijk bewust van een druk die wordt uitgeoefend maar hij is maar een deeltje van een groter geheel.

Het kan zijn dat je in je toekomst niet kunt blijven stand houden tegen die druk maar dat weet je nu nog niet en het heeft daarom in het ‘Nu’ geen enkel belang. Daarom heeft het leven in het ‘Nu’ gevolgen voor de ‘tijd’ en de doelen die we eventueel willen bereiken (want deze liggen in de toekomst). Het is leven in het ‘nu’ zonder gedreven te zijn door de tijd. Paarden plannen bijvoorbeeld niet om vroeger te gaan slapen omdat ze er de volgende dag op tijd uit moeten om ergens naartoe te gaan. Dit aspect is natuurlijk belangrijk. Paarden kunnen dan wel het doel zien dat wij willen bereiken maar hebben er geen besef van dat wij dit binnen een bepaald tijdsbestek willen bereiken. Ze leven niet in die toekomst die wij zo gretig nastreven. Daarom moet het doel of het “wat” we nastreven niet het belangrijkste zijn maar wel het “hoe”.

Het zijn in het ‘nu’ brengt een kettingreactie teweeg. Er treedt namelijk ontspanning op, vrede en rust en die zal er toe leiden dat wij de juiste spiertonus in ons lichaam krijgen. Maar ter gelijkertijd zullen we hieruit energie (chi) opbouwen.
Door de ontspanning zal o.a. ook ons zwaartepunt verlagen en zijn we meer ‘gegrond’. We zullen bewuster op de grond staan en zijn moeilijker uit evenwicht te brengen. (En neem dit alles maar letterlijk)
Tolle zegt hier: “ ... het is een toestand van heel zijn, van bijeen zijn... Als je verstand zijn gang mag gaan dan vliegen je gedachten van de ene naar de andere kant. “ Je bent met het verleden bezig en kijkt wat er in de toekomst nog moet gebeuren of misschien zal/kan voorvallen. En, in feite holt je lichaam, als een geïsoleerd fragment, deze gedachten gewoon achterna. Er is geen sprake van samenvloeiing of samenspel, laat staan van eenduidigheid of congruentie. Door te stoppen met denken (door bijvoorbeeld het richten van onze aandacht op iets) zul je in een toestand van “heel-zijn” komen en dit is toch wat we willen. En zonder het te weten worden we door dit alles iets meer paard.


Zoals reeds aangehaald schuilt er ook veel kracht in ontspanning. Er was bijvoorbeeld meer druk/kracht nodig om de ontspannen persoon uit evenwicht te brengen. Dit is iets dat we moeten onthouden want ons ontspannen is krachtiger dan onze spieren opspannen en we weten ook dat onze ontspanning bijdraagt tot de ontspanning van het paard.

zondag 22 januari 2017

Grenzen stellen: een (?) middeltje tegen burn-out. 2

Grenzen stellen naar de anderen toe

Met onze (authentieke) paardners kan je onmiddellijk in de praktijk oefenen om grenzen te stellen.
Ik wil al wel een tipje van de sluier oplichten: als de paarden te dicht bij jou komen en je wilt dit niet dan moet je de paarden niet achteruit zetten of weg jagen maar je moet je eigen ruimte blijven bewaken. Dat is een totaal andere insteek. Hard tegen een paard duwen geeft niet altijd, om maar niet te zeggen, meestal niet het gewenste resultaat. Ze gaan tegenduwen. (idem voor mensen)

Het tweede tipje van de sluier is dat je jouw grens moet bewaken zonder emotie. Je hoeft niet kwaad of gefrustreerd te zijn. Neen, laat gewoon (en tijdig) zien tot waar jouw ruimte komt. Je zal merken dat je op deze manier weinig energie verspilt. Energie die we weer voor andere dingen kunnen gebruiken.
Ook je zelfvertrouwen zal sterker worden. Je zal met heel weinig een paard van ongeveer 500 à 600 kg kunnen vertellen dat het niet te dicht bij je mag komen.

Hoe sterker je zelfvertrouwen wordt hoe minder spanning of angst je gaat hebben om aan de anderen je grens aan te geven. Weeral energie gespaard.

Je gaat in het algemeen meer ontspannen zijn en daardoor misschien (meer) ontvankelijk voor aanwijzingen die je gegeven worden. Bijvoorbeeld aanwijzingen om je lichaamshouding te verbeteren waardoor je weer energie gaat sparen.

De Grenzen
Heb je begot geen idee wat je grenzen zijn?
Ze leren voelen kan je leren. Het kan wat tijd in beslag nemen maar onze paardners zijn zeer geduldig.

Heb je moeite om je ruimte in te nemen en je grenzen te stellen ten overstaan van anderen?
Laat ook hier onze paardners je helpen om hierrond te werken.

Lees over onze activiteiten op: www.reflections.be
of
vraag inlichtingen: info@reflections.be

zaterdag 21 januari 2017

Grenzen stellen: een (?) middeltje tegen burn-out (1)

Laten we het over twee aspecten hebben: Je eigen grenzen leren aanvoelen en leren kennen en grenzen durven stellen in de omgang met anderen. Wil je hierin inzichten krijgen met authentieke begeleiders dan kies je het beste voor paarden.

Je eigen grenzen leren kennen of meer nog: jezelf leren begrenzen

Weten wat je (maar) aankan is natuurlijk een moeilijke. Alhoewel, met horse sense of gewoon gezond verstand kom je al ver. Neem bijvoorbeeld een gezin: man - vrouw, beide een leidinggevende functie en natuurlijk verplicht sociaal leven en allebei 1 à 2 hobby's. Twee schoolgaande kinderen met natuurlijk de nodige dans- en muzieklessen en sportactiviteiten. Uiteindelijk krijgen beide ouders een burn-out. Je zal zeggen: dit is overdreven maar neen, dit is een reëel geval.

Degenen die onmiddellijk zeggen dit is een overdreven levensstijl, laten hun gezond verstand spreken en zouden hier niet willen voor tekenen. Sommigen zullen hier nog niet over nagedacht hebben en nog anderen beleven die situatie misschien zelf. 

Buiten het lijstje van 'to do' speelt er nog een factot namelijk leeftijd. Ik zeg altijd: vanaf veertig begin je het leven te voelen. Voor de meesten van ons speelt die dus effectief een rol. Je mag stellen dat je recuperatievermogen met de dag slinkt.

Ga je nu sowieso een burn-out krijgen? Neen, maar je hebt de kansen wel gecreëerd om. 
Das ja, waar is de grens? Waar en wanneer met je begrenzen (bij jezelf)?
Wel die grens voel je. Je moet er alleen (willen) leren naar luisteren.