maandag 17 juni 2013

Enkele tips om naar een paard te kijken

Voor we met de echte analyse beginnen willen we enkele regels of gedachten naar voor brengen:
1. We gaan niet praten over temperament hoewel dit voor sommige mensen een belangrijk criterium kan zijn voor de aankoop van een paard. We willen nogmaals herhalen dat verzet en temperament niet met elkaar verward mogen worden. Verzet zal meestal zijn oorsprong vinden in een zekere vorm van ‘pijn’.
2. Er bestaat niet zo iets als een perfect paard. Misschien kunnen we een perfect mathematisch paard tekenen (als dit al echt mogelijk is) en dan nog. Welk zou dan bijvoorbeeld het perfect gewicht van dit paard moeten zijn? We gaan er van uit dat zelfs in het minst goed gebouwd paard er wel ergens een gewenste structurele trek in zit.
3.Beschouw een morfologische of conformatie analyse niet als kritiek. Een goede evaluatie moet je inzicht geven in de capaciteiten van het paard om deze dan (verder) naar boven te brengen. Als je dit al wenst dan kunnen zelfs niet goed gebouwde paarden tot een hoog niveau getraind worden als de trainer de structurele opmaak van het paard begrijpt en op de juiste manier aanspreekt.
5. De beoordeling van de bouw van een paard mag niet iets zijn voor een selecte groep maar moet eerder een systematisch proces zijn om na te gaan hoe een paard beweegt, welk paard het beste beweegt en welk en hoe een paard de grootste kans heeft/kan hebben om gezond te blijven.

Voelen vòòr kijken

Je kan misschien zien dat een rug of een nek gespannen is maar even belangrijk is te weten hoeveel spanning of welke de tonus is van de spieren. De natuurlijke spiertonus is de constante spanning die aanwezig is in de spieren. Zonder deze tonus zou ons lichaam niet rechtop blijven. Is de tonus abnormaal verhoogd dan spreken we van hypertonie. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld spasmen. Is de tonus abnormaal verlaagd dan spreken we van hypotonie. Dit kan er toe leiden dat bijvoorbeeld een lichaamsdeel niet in een bepaalde stand kan gehouden worden.
De spiertonus kan men voelen door aanraking of palperen van de spieren. Belangrijk is, trouwens in alle omstandigheden waarin je met paarden bezig bent, dat je tijdens het palperen van een paard een goede houding en communicatie bewaart. Blijf zelf rustig en met een zachte, liefst diepe, stem tegen het paard praten. Je ganse lichaamshouding moet rust en kalmte uitstralen. Dit zal op het paard een kalmerende invloed hebben.
De aanraking met je vingers en handen moet zacht zijn anders voel je niets. Druk je te hard met je vingers dan verminder je het gevoel erin. Weet dat dit een leerproces is, niet alleen in wat je moet doen maar ook in het leren voelen. Een zachte aanraking zal ook voor het paard een geruststelling zijn en zal het vertrouwen geven in wat we aan het doen zijn. Richt je volledige aandacht op het voelen om zo je gedachten in het vergeethoekje te plaatsen. Oefen in het begin maar even en op verschillende gezonde paarden om te weten wat normaal is en ook om verschillen te leren waarnemen in natuurlijke tonus.
Belangrijke aandachtspunten (Fitness Evaluation of the horse, Jean-Pierre Hourdebaigt) zijn o.a.:
  • Temperatuurverschillen: de temperatuur van een paard is ongeveer 37,5°C. Als je oefent op verschillende paarden zal je de normale temperatuur snel kunnen herkennen. Voel je nu toch verschillen dan zou dit kunnen wijzen op een probleem. Bijvoorbeeld een deel dat veel kouder aanvoelt zou kunnen wijzen op te weinig of geen bloeddoorstroming. Dit kan wijzen op problemen zoals spierspanning, aanwezigheid van littekenweefsel, een tere pijnlijke plek, … Een warme plek echter kan duiden op een ontsteking met als gevolg pijn en spierspanning. (Natuurlijk is het ook zo dat in de winter de huid van een paard kouder zal aanvoelen dan in de zomer.)
  • Textuur: textuur duidt op de densiteit en elasticiteit van de huid, het bindweefsel en de spiervezels. Palpeer niet boven een beenderige structuur.
Bij een ontspannen paard moet de textuur zacht en buigzaam zijn. Het mag niet warm of hard aanvoelen of gevoelig zijn. Plaatsen die bijvoorbeeld te zacht of blubberig aanvoelen kunnen wijzen op zwellingen.
  • Gevoeligheid: gevoeligheid van een plek of gedeelte van het lichaam is de mate van sensitiviteit van het paard op onze aanraking. Welk deel we ook aanraken, als het paard daar zeer gevoelig is kan dit wijzen op een (onderliggend) probleem. Meestal zijn de zenuwen in dat gebied overgevoelig en is het daarom dat het paard reageert.
  • Spanning: spanning refereert naar de tonus van een spier. Spanning van een spier kan het resultaat zijn van te veel oefenen of van een trauma of littekenweefsel. Een te gespannen spier heeft als gevolg dat er minder bloedcirculatie is, minder voedingsstoffen aanwezig zijn, minder zuurstof waardoor de gespannen plek natuurlijk ook niet zo snel herstelt. Belangrijk bij de tonus is dat je zo goed als de zelfde tonus moet voelen over het ganse paardenlichaam. De tonus van een spier kan je voelen door met een vinger de spier in te drukken. Zie dan hoe de huid terugspringt tot zijn oorspronkelijke staat wanneer je de vinger wegneemt. Dit is het gevolg van tonus. De lichte contractie in de spier die resulteert in een lichte veerkrachtigheid, noemt men rust tonus. Bij ontspanning zal het niet zo veel kracht vergen om de spier in te drukken. Bijvoorbeeld tijdens de slaap zal het ingeduwde deel van de spier niet zo vlug terug springen. In comateuse toestand is dit nog trager. Bij een lijk is er totaal geen veerkracht meer en springt het ingeduwde deel niet terug. Er is geen tonus meer.
Bij stress of angst zullen de spieren zich spannen en zal het moeilijker zijn om een deuk erin te maken. Wanneer je de vinger wegneemt springt de spier bijna onmiddellijk in zijn oorspronkelijke toestand terug. Het belangrijkste in het beoordelen van voortreffelijkheid en toepasbaarheid van een paard (toename in rust-tonus gaan samen met toename van verhogen van spieractiviteit) is het vermogen van een spier om te ontsteken het moment dat het electrochemische stimulansen krijgt. Sommige paarden hebben spieren die het vermogen bezitten om uitzonderlijk snel te reageren op stimuli. Alle paarden met hoge rust-tonus hebben bijna allemaal zonder uitzondering, snelle reflexen. Rassen die typisch hoge rust-tonus vertonen zijn Arabieren, Akhal-Teke, Thoroughbred en bloedlijnen van Amerikaanse quarter horses die speciaal gekweekt zijn voor snelheidsraces en cutting. Aan de andere kant vertonen de trek en warmbloed rassen algemeen een lage rust-tonus.
Het is dus belangrijk om te gaan voelen bij een paard want de spiertonus en de daarmee samengaande spieractiviteit vormen de fysiologische achtergrond voor de toepasbaarheid van elk ras en individu voor een bepaalde sport of activiteit. Dus neem je Fries maar niet mee naar die barrelrace.
Maar boven en vòòr alles: ontdek je abnormaliteiten in de rug of op gelijk welk deel van het paard, contacteer dan een osteopaat of dierenarts om de oorzaak te bepalen. Abnormaliteiten kunnen zwellingen, warmte, koude, pijn, overgevoeligheid of abnormale tonus zijn. Ook de reactie van het paard is een goede waardemeter. Bijvoorbeeld het vastzetten van de oren, rollende ogen, schudden met het hoofd en willen bijten of stampen, zelfs het omlaag zakken en door de knieën gaan zijn mogelijke reacties. Dit is de manier waarop het paard ons vertelt dat er iets is waardoor het pijn of ongemak heeft. Dus, laat dit in je observatie een eerste aandachtspunt zijn.

Visuele evaluatie

Wanneer we een voorwerp inspecteren dan bekijken we dit langs alle zijden. Om een volledige en goede evaluatie van de delen van het paard te maken zullen we ook vanuit verschillende gezichtspunten kijken. We gaan kijken vanaf de linker- en rechterzijde van het paard, voor- en achterzijde en vanaf de bovenkant (voornamelijk voor de rug maar natuurlijk ook om de ganse toplijn te zien).
Van bovenuit naar een paard kijken is essentieel. Van daaruit kan je volgende dingen vaststellen:
  1. Als het paard gewoon staat en niet gemanipuleerd wordt, zal het in veel gevallen haar/zijn nek en hoofd naar een bepaalde kant houden. Dit kan reeds duiden op de gebogenheid van het paard. Hiermee zullen we rekening moeten houden bij de beoordeling van de symmetrie van het paard. (De spieren van de bolle zijde gaan niet zo sterk ontwikkeld zijn.) Is het dus nodig om de neus van het paard naar links of rechts te houden om een rechte toplijn te hebben, dan is het paard asymmetrisch gebouwd.
  2. We kunnen de eventuele (a)symmetrie bekijken tussen de linker- en rechterkant. Hiervoor moet het paard vierkant staan, met zijn gewicht verdeeld over de 4 benen. Staat het paard vierkant, vraag dan iemand om zachtjes de positie van de paardenneus in het midden van de borst te brengen. Je zou een rechte toplijn moeten zien die helemaal van het hoogste punt van het hoofd tot aan de staart loopt. De spiermassa van links en rechts moet hetzelfde zijn.
Onthoud wel dat wanneer je een paard beoordeeld, een lichte asymmetrie tussen links en rechts normaal is bij dieren (idem bij mensen. Bijvoorbeeld, de linkerzijde van je gezicht is geen perfecte kopie van de rechter). Wel zijn we op zoek naar duidelijke afwijkingen. Stellen we vast dat er een asymmetrie is dan zal de beweging van het paard ons verder helpen en eventueel onze vaststelling bevestigen. Het paard met een grote asymmetrie kan weigeren om op een bepaalde hand te lopen tijdens het longeren. Galop zal op een bepaalde hand moeilijk zijn of zelfs onmogelijk, enz.…
(Is er grote of abnormale asymmetrie dan kan dit aangeboren zijn of ontwikkelings gebonden en kan dit zowel de wervelkolom als andere beenderen van de benen beïnvloeden. Deze paarden worden het beste uitgesloten om te kopen en zeker om verder mee te fokken.)
  1. Je kan van bovenuit een bevestiging krijgen over het breed of smal zijn van de lendenen (we zouden ook kunnen zeggen een lange of korte lendenstreek).
  2. Je kan van bovenuit de lengte van de rug bepalen en de verhouding van de verschillende delen bekijken.

Van de linker- en rechterzijde
De zelfde evaluatie maak je wanneer je het paard van de linker- en de rechterzijde bekijkt.
Belangrijk zijn:           1. De vorm en conditie van de lendenen
                                   2. De vorm en conditie van de schoft
                                   3. De lengte van de rug in verhouding met het ganse paard
                                   4. De onderlinge verhoudingen van de rug
                                   5. De rondheid van het paard
Idem bij voor- en achteraanzicht
Belangrijk zijn:           1. De vertikale rechtheid
                                   2. De stand van de benen
                                   3. (Gelijkmatige) bespiering links/rechts




(Luc Van Hoecke, naar aanleiding van een artikel van Deb Bennett, Phd)