woensdag 27 november 2013

Het zit hem in de kleine dingen

Een eigen paard hebben is fantastisch. Het is zoals het spreekwoord het zegt: “ Mensen met paarden hebben de hemel op aarde. “ (De rest van het spreekwoord is natuurlijk voor velen van ons ook waar: “Maar eens ze komen te sterven valt er niets meer te erven.” ) Je kan van je eigen  paard zoveel als mogelijk genieten. Je kunt samen veel leren en iets opbouwen. Maar en ja er is een maar, je eigen paardenspiegel zal altijd fijnere en fijnere details van je laten zien. Kleine onvolkomenheden waaraan je nog moet werken . Je moet ze natuurlijk wel vinden. Je zult je daarom altijd moeten afvragen wat jij niet helemaal juist deed wanneer je paard iets anders doet dan jij vroeg.
Ik ga er altijd van uit dat het paard nooit liegt. Het doet altijd precies wat je vraagt. Dus: stel de vraag dan ook juist! Leg je bijvoorbeeld de klemtoon verkeert zoals bij ‘bedelen’ dan krijg je natuurlijk een ander antwoord.
Zo kon ik daarstraks tijdens het begeleiden van iemand met het paardrijden tot twee maal toe de fijngevoeligheid van haar paard bevestigd zien. Bij de vraag om tijdens de wending de binnenteugel los te laten en zeker niet achterwaarts te trekken, hing de binnenteugel wel los maar spande de amazone toch de spieren van haar (binnen)armen en (binnen)schouder. Het paard reageerde hier onmiddellijk op door enigszins ook te blokkeren.
Nadat de amazone met een ontspannen binnenteugel, binnenarm en –schouder reed lukte de volte toch nog niet helemaal goed. Toen de amazone stil stond met haar paard merkte ik dat één kant van haar bekken (binnenkant van de volte) iets meer achteruit zat. (we spreken hier over twee à drie cm) Om haar lichaam te herprogrameren heb ik haar gevraagd om haar bekken aan de binnenkant van de volte overdreven naar voor te brengen. Nu lukte de volte zonder enig probleem. Hoewel ze met een bitloos hoofdstel rijdt had ze de volte nu gemakkelijk met cordeo of zonder het gebruik van de teugels kunnen rijden.

Het zit hem dus in de kleine dingen en ons paard zal je deze met plezier iedere maal laten zien want wees gerust, ze kennen ons door en door. 
(Luc VH, Reflections)

woensdag 20 november 2013

Spanning versus Tonus

Tension is defined as muscular resistance or contraction that is counter-productive to efficient movement, propulsion and balance. So we want the whole horse relaxed, without tension but fit. Relaxed but not slack, toned but not tense.

dinsdag 12 november 2013

Leeftijd waarop paarden volgroeid zijn



De meeste mensen staan er niet bij stil wanneer ze horen dat een paard van 2,5 jaar reeds bereden wordt. Laat staan dat ze zich verwonderen dat er wedrennen zijn voor 2 jarigen.

In de meeste gevallen worden quarters heel jong ingereden namelijk vanaf 2,5 jaar. Engelse volbloeden worden het jongst ingereden: als ze 1,5 jaar zijn omdat ze al moeten deelnemen aan wedrennen vanaf hun 2 jaar. Ijslanders lijken wel van een andere planeet te komen, die beginnen hun paarden pas te berijden als ze vijf jaar oud zijn.

Is het en hoe schadelijk is het eigenlijk om een paard te jong in te rijden? En wat is ‘te jong’? Wat gebeurt er allemaal in een paardenlichaam tijdens de groei en hoe lang duurt dit. 
Tijdens de groeiperiode worden de botten langer. Een bot bestaat uit drie onderdelen: diafyse, twee metafysen, en twee epifysen. Wanneer een paard nog niet volgroeid is zit er tussen de metafyse en de epifyse, een groeischijf. In zo’n groeischijf wordt nieuw bot gevormd waardoor het bot langer kan worden.

Groeischijven bestaan uit niet verkalkt kraakbeen en dit is minder sterk dan bot. Pas als een dier volwassen is, verkalken de groeischijven. Raakt een groeischijf in de tussentijd beschadigt dan zal het bot minder lang worden.
Het paardenlichaam zit vol met dit soort groeischijven: in de benen en in de rug. Het verbenen van het kraakbeen in de groeischijven, ook wel ‘sluiten van de groeischijven’ genoemd, begint onder in het lichaam van het paard. Bij de geboorte is de groeischijf van het hoefbeen al gesloten. Dit moet ook wel, als je bedenkt dat een veulen binnen een aantal uur moet kunnen meelopen met de kudde en het hoefbeen dus direct al best veel te verduren krijgt. Dit onderdeel moet dus al ‘af’ zijn en direct klaar voor gebruik.

De meest mensen die met paarden omgaan kennen het bestaan van deze groeischijven niet. Als ze er al van gehoord hebben dan denken ze dat deze groeischijven enkel in de benen terug te vinden zijn. Maar ook in de ruggengraat en heup van het paard zitten groeischijven. Die gaan pas sluiten nadat de groeischijven in de benen gesloten zijn.
De ruggengraat van het paard bestaat uit 32 wervels tussen de schedel en de achterkant van het paard. Op elke ruggenwervel zitten meerdere groeischijven. Deze sluiten pas ten vroegste als een paard 5,5 jaar oud is! Hoe groter je paard is en hoe langer zijn nek is, des te langzamer gaat dit proces. Een KWPN-er is pas volwassen als hij acht jaar oud is. Het allerlaatste sluiten de groeischijven in de nekwervels ter hoogte van de basis van de nek van het paard. Een belangrijke reden om jonge paarden niet bij te zetten met longeren en ook de nek zo veel mogelijk vrij te laten in alle situaties.

Het zal misschien vervelend zijn om te horen, maar geen enkel paard, van welk ras dan ook is volwassen voordat hij zes jaar oud is.

De grootste schade die je waarschijnlijk zult aanrichten is schade aan de rug.
Moet je dan al die tijd je paard maar in het land laten staan? Nee, er zijn 1001 dingen die je je paard kunt leren voordat je op hem gaat rijden. Grondwerk is de ultieme voorbereiding voor je paard. Waar je met grondwerk het eerste contact met je paard legt, wederzijds vertrouwen opbouwt kan je geleidelijk aan de fysiek van het paard voorbereiden om bereden te worden. Stappen of wandelen met je paard is ook heel leuk als je geen zin hebt om grondwerk te doen. Leert het paard wennen aan wat er buiten allemaal is.
De paarden van de Spaanse rijschool worden eerst heel lang aan de hand getraind en pas vanaf een jaar of acht gaan ze moeilijke oefeningen doen en pas vanaf 10 jaar draaien ze mee in de shows. Veel paarden halen daar met gemak de respectabele leeftijd van dertig jaar en draaien op die leeftijd mee in de opleiding voor nieuwe ruiters. Dit in schril contrast met de gemiddelde leeftijd van 8 jaar voor paarden.

(Ref: Timing and rate of skeletal maturation in horses, Deb Bennett, 2005)






woensdag 6 november 2013

Activiteiten Reflections

‘Paardnerschap’™ in omgang en rijkunst


Ingrid Hens en Luc Van Hoecke helpen al jaren mensen om een ‘Paardnerschap’ te vormen met hun paard(en). Zij begeleiden hen in hun groeiproces via een paard(w)aardig omgaan en rijden te paard.
Ingrid en Luc helpen je om een diepgaander contact of een nog betere relatie met je paard op te bouwen. Zij helpen je met vrijheidsdressuur, goed longeren of wanneer je een probleem hebt met je paard.
Tijdens het grondwerk en de rijlessen leren ze je voelen om samen te bewegen met je paard. Daarvoor gebruiken ze hun kennis van de biomechanica, tai chi, ‘doorvoeld bewegen’ en de ideeën van Philippe Karl om de mens of de ruiter op een zo natuurlijk en logisch mogelijke manier te laten bewegen en rijden met het gebruik van de minst mogelijke energie.
Voor Wie?
Zij helpen iedereen die graag bij paarden wil zijn, er mee wil omgaan, (beter) wil leren rijden of via paarden zichzelf wil ontplooien.
Mogelijkheden:
-         Privélessen
-         Groepslessen
-         Workshops
-         Teambuilding
Tel: +32 3 646 99 08

maandag 17 juni 2013

Enkele tips om naar een paard te kijken

Voor we met de echte analyse beginnen willen we enkele regels of gedachten naar voor brengen:
1. We gaan niet praten over temperament hoewel dit voor sommige mensen een belangrijk criterium kan zijn voor de aankoop van een paard. We willen nogmaals herhalen dat verzet en temperament niet met elkaar verward mogen worden. Verzet zal meestal zijn oorsprong vinden in een zekere vorm van ‘pijn’.
2. Er bestaat niet zo iets als een perfect paard. Misschien kunnen we een perfect mathematisch paard tekenen (als dit al echt mogelijk is) en dan nog. Welk zou dan bijvoorbeeld het perfect gewicht van dit paard moeten zijn? We gaan er van uit dat zelfs in het minst goed gebouwd paard er wel ergens een gewenste structurele trek in zit.
3.Beschouw een morfologische of conformatie analyse niet als kritiek. Een goede evaluatie moet je inzicht geven in de capaciteiten van het paard om deze dan (verder) naar boven te brengen. Als je dit al wenst dan kunnen zelfs niet goed gebouwde paarden tot een hoog niveau getraind worden als de trainer de structurele opmaak van het paard begrijpt en op de juiste manier aanspreekt.
5. De beoordeling van de bouw van een paard mag niet iets zijn voor een selecte groep maar moet eerder een systematisch proces zijn om na te gaan hoe een paard beweegt, welk paard het beste beweegt en welk en hoe een paard de grootste kans heeft/kan hebben om gezond te blijven.

Voelen vòòr kijken

Je kan misschien zien dat een rug of een nek gespannen is maar even belangrijk is te weten hoeveel spanning of welke de tonus is van de spieren. De natuurlijke spiertonus is de constante spanning die aanwezig is in de spieren. Zonder deze tonus zou ons lichaam niet rechtop blijven. Is de tonus abnormaal verhoogd dan spreken we van hypertonie. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld spasmen. Is de tonus abnormaal verlaagd dan spreken we van hypotonie. Dit kan er toe leiden dat bijvoorbeeld een lichaamsdeel niet in een bepaalde stand kan gehouden worden.
De spiertonus kan men voelen door aanraking of palperen van de spieren. Belangrijk is, trouwens in alle omstandigheden waarin je met paarden bezig bent, dat je tijdens het palperen van een paard een goede houding en communicatie bewaart. Blijf zelf rustig en met een zachte, liefst diepe, stem tegen het paard praten. Je ganse lichaamshouding moet rust en kalmte uitstralen. Dit zal op het paard een kalmerende invloed hebben.
De aanraking met je vingers en handen moet zacht zijn anders voel je niets. Druk je te hard met je vingers dan verminder je het gevoel erin. Weet dat dit een leerproces is, niet alleen in wat je moet doen maar ook in het leren voelen. Een zachte aanraking zal ook voor het paard een geruststelling zijn en zal het vertrouwen geven in wat we aan het doen zijn. Richt je volledige aandacht op het voelen om zo je gedachten in het vergeethoekje te plaatsen. Oefen in het begin maar even en op verschillende gezonde paarden om te weten wat normaal is en ook om verschillen te leren waarnemen in natuurlijke tonus.
Belangrijke aandachtspunten (Fitness Evaluation of the horse, Jean-Pierre Hourdebaigt) zijn o.a.:
  • Temperatuurverschillen: de temperatuur van een paard is ongeveer 37,5°C. Als je oefent op verschillende paarden zal je de normale temperatuur snel kunnen herkennen. Voel je nu toch verschillen dan zou dit kunnen wijzen op een probleem. Bijvoorbeeld een deel dat veel kouder aanvoelt zou kunnen wijzen op te weinig of geen bloeddoorstroming. Dit kan wijzen op problemen zoals spierspanning, aanwezigheid van littekenweefsel, een tere pijnlijke plek, … Een warme plek echter kan duiden op een ontsteking met als gevolg pijn en spierspanning. (Natuurlijk is het ook zo dat in de winter de huid van een paard kouder zal aanvoelen dan in de zomer.)
  • Textuur: textuur duidt op de densiteit en elasticiteit van de huid, het bindweefsel en de spiervezels. Palpeer niet boven een beenderige structuur.
Bij een ontspannen paard moet de textuur zacht en buigzaam zijn. Het mag niet warm of hard aanvoelen of gevoelig zijn. Plaatsen die bijvoorbeeld te zacht of blubberig aanvoelen kunnen wijzen op zwellingen.
  • Gevoeligheid: gevoeligheid van een plek of gedeelte van het lichaam is de mate van sensitiviteit van het paard op onze aanraking. Welk deel we ook aanraken, als het paard daar zeer gevoelig is kan dit wijzen op een (onderliggend) probleem. Meestal zijn de zenuwen in dat gebied overgevoelig en is het daarom dat het paard reageert.
  • Spanning: spanning refereert naar de tonus van een spier. Spanning van een spier kan het resultaat zijn van te veel oefenen of van een trauma of littekenweefsel. Een te gespannen spier heeft als gevolg dat er minder bloedcirculatie is, minder voedingsstoffen aanwezig zijn, minder zuurstof waardoor de gespannen plek natuurlijk ook niet zo snel herstelt. Belangrijk bij de tonus is dat je zo goed als de zelfde tonus moet voelen over het ganse paardenlichaam. De tonus van een spier kan je voelen door met een vinger de spier in te drukken. Zie dan hoe de huid terugspringt tot zijn oorspronkelijke staat wanneer je de vinger wegneemt. Dit is het gevolg van tonus. De lichte contractie in de spier die resulteert in een lichte veerkrachtigheid, noemt men rust tonus. Bij ontspanning zal het niet zo veel kracht vergen om de spier in te drukken. Bijvoorbeeld tijdens de slaap zal het ingeduwde deel van de spier niet zo vlug terug springen. In comateuse toestand is dit nog trager. Bij een lijk is er totaal geen veerkracht meer en springt het ingeduwde deel niet terug. Er is geen tonus meer.
Bij stress of angst zullen de spieren zich spannen en zal het moeilijker zijn om een deuk erin te maken. Wanneer je de vinger wegneemt springt de spier bijna onmiddellijk in zijn oorspronkelijke toestand terug. Het belangrijkste in het beoordelen van voortreffelijkheid en toepasbaarheid van een paard (toename in rust-tonus gaan samen met toename van verhogen van spieractiviteit) is het vermogen van een spier om te ontsteken het moment dat het electrochemische stimulansen krijgt. Sommige paarden hebben spieren die het vermogen bezitten om uitzonderlijk snel te reageren op stimuli. Alle paarden met hoge rust-tonus hebben bijna allemaal zonder uitzondering, snelle reflexen. Rassen die typisch hoge rust-tonus vertonen zijn Arabieren, Akhal-Teke, Thoroughbred en bloedlijnen van Amerikaanse quarter horses die speciaal gekweekt zijn voor snelheidsraces en cutting. Aan de andere kant vertonen de trek en warmbloed rassen algemeen een lage rust-tonus.
Het is dus belangrijk om te gaan voelen bij een paard want de spiertonus en de daarmee samengaande spieractiviteit vormen de fysiologische achtergrond voor de toepasbaarheid van elk ras en individu voor een bepaalde sport of activiteit. Dus neem je Fries maar niet mee naar die barrelrace.
Maar boven en vòòr alles: ontdek je abnormaliteiten in de rug of op gelijk welk deel van het paard, contacteer dan een osteopaat of dierenarts om de oorzaak te bepalen. Abnormaliteiten kunnen zwellingen, warmte, koude, pijn, overgevoeligheid of abnormale tonus zijn. Ook de reactie van het paard is een goede waardemeter. Bijvoorbeeld het vastzetten van de oren, rollende ogen, schudden met het hoofd en willen bijten of stampen, zelfs het omlaag zakken en door de knieën gaan zijn mogelijke reacties. Dit is de manier waarop het paard ons vertelt dat er iets is waardoor het pijn of ongemak heeft. Dus, laat dit in je observatie een eerste aandachtspunt zijn.

Visuele evaluatie

Wanneer we een voorwerp inspecteren dan bekijken we dit langs alle zijden. Om een volledige en goede evaluatie van de delen van het paard te maken zullen we ook vanuit verschillende gezichtspunten kijken. We gaan kijken vanaf de linker- en rechterzijde van het paard, voor- en achterzijde en vanaf de bovenkant (voornamelijk voor de rug maar natuurlijk ook om de ganse toplijn te zien).
Van bovenuit naar een paard kijken is essentieel. Van daaruit kan je volgende dingen vaststellen:
  1. Als het paard gewoon staat en niet gemanipuleerd wordt, zal het in veel gevallen haar/zijn nek en hoofd naar een bepaalde kant houden. Dit kan reeds duiden op de gebogenheid van het paard. Hiermee zullen we rekening moeten houden bij de beoordeling van de symmetrie van het paard. (De spieren van de bolle zijde gaan niet zo sterk ontwikkeld zijn.) Is het dus nodig om de neus van het paard naar links of rechts te houden om een rechte toplijn te hebben, dan is het paard asymmetrisch gebouwd.
  2. We kunnen de eventuele (a)symmetrie bekijken tussen de linker- en rechterkant. Hiervoor moet het paard vierkant staan, met zijn gewicht verdeeld over de 4 benen. Staat het paard vierkant, vraag dan iemand om zachtjes de positie van de paardenneus in het midden van de borst te brengen. Je zou een rechte toplijn moeten zien die helemaal van het hoogste punt van het hoofd tot aan de staart loopt. De spiermassa van links en rechts moet hetzelfde zijn.
Onthoud wel dat wanneer je een paard beoordeeld, een lichte asymmetrie tussen links en rechts normaal is bij dieren (idem bij mensen. Bijvoorbeeld, de linkerzijde van je gezicht is geen perfecte kopie van de rechter). Wel zijn we op zoek naar duidelijke afwijkingen. Stellen we vast dat er een asymmetrie is dan zal de beweging van het paard ons verder helpen en eventueel onze vaststelling bevestigen. Het paard met een grote asymmetrie kan weigeren om op een bepaalde hand te lopen tijdens het longeren. Galop zal op een bepaalde hand moeilijk zijn of zelfs onmogelijk, enz.…
(Is er grote of abnormale asymmetrie dan kan dit aangeboren zijn of ontwikkelings gebonden en kan dit zowel de wervelkolom als andere beenderen van de benen beïnvloeden. Deze paarden worden het beste uitgesloten om te kopen en zeker om verder mee te fokken.)
  1. Je kan van bovenuit een bevestiging krijgen over het breed of smal zijn van de lendenen (we zouden ook kunnen zeggen een lange of korte lendenstreek).
  2. Je kan van bovenuit de lengte van de rug bepalen en de verhouding van de verschillende delen bekijken.

Van de linker- en rechterzijde
De zelfde evaluatie maak je wanneer je het paard van de linker- en de rechterzijde bekijkt.
Belangrijk zijn:           1. De vorm en conditie van de lendenen
                                   2. De vorm en conditie van de schoft
                                   3. De lengte van de rug in verhouding met het ganse paard
                                   4. De onderlinge verhoudingen van de rug
                                   5. De rondheid van het paard
Idem bij voor- en achteraanzicht
Belangrijk zijn:           1. De vertikale rechtheid
                                   2. De stand van de benen
                                   3. (Gelijkmatige) bespiering links/rechts




(Luc Van Hoecke, naar aanleiding van een artikel van Deb Bennett, Phd)

woensdag 13 maart 2013

Mogelijke inwerking van een (touw)halster

Toch belangrijk om te zien waar een halster of hoofdstel inwerkt.